D. Bijzondere voorschriften betreffende de industriegebieden

    5. Gebieden voor stedelijke industrie

    5.1. Die gebieden zijn bestemd voor:

    productieactiviteiten ;

    logistieke activiteiten ;

    activiteiten die de verbetering van het milieu beogen, zoals de waterzuivering, systemen voor het verwijderen, verwerken, recycleren en ophalen van afval ;

    Mits de toepassing van speciale regelen van openbaarmaking kunnen die gebieden eveneens worden bestemd voor grote speciaalzaken.

    5.2. Wanneer de omstandigheden inzake bereikbaarheid het mogelijk maken en mits een bijzonder bestemmingsplan van kracht wordt, kunnen die gebieden ook worden bestemd voor :

    de groothandel ;

    de in ondernemingen geïntegreerde diensten.

    De vestiging van die in ondernemingen geïntegreerde diensten zal een minimumoppervlakte van 3.500 m² moeten in acht nemen. Het bijzonder bestemmingsplan bepaalt de inachtneming van een vloer/terreinverhouding.


    5.3. Die gebieden kunnen ook worden bestemd voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten, alsmede voor handelszaken die de gebruikelijke aanvulling op de activiteiten bedoeld in de punten 5.1 en 5.2 vormen, inzonderheid bankagentschappen, servicestations, cafés en restaurants waarvan de vloeroppervlakte per gebouw niet meer dan 300 m² bedraagt.

    De verhoging van de vloeroppervlakten voor hierboven bedoelde handelszaken is toegelaten onder de volgende voorwaarden:

    de verhoging wordt naar behoren met sociale en economische redenen omkleed;

    de plaatselijke omstandigheden maken die verhoging mogelijk zonder afbreuk te doen aan de hoofdfuncties van het gebied;

    de handelingen en werken worden aan de speciale regelen van openbaarmaking onderworpen.

    De vloeroppervlakte voor die handelszaken is evenwel beperkt tot 2.000 m² per gebouw.

    5.4. Aan bestaande gebouwen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor kantoren kunnen verbouwings-, uitbreidings- of wederopbouwwerken worden uitgevoerd die een verhoging tot gevolg hebben van de bestaande oppervlakte met meer dan 20 % zoals bepaald in het voorschrift 0.9, wanneer die mogelijkheid is bepaald in een bijzonder bestemmingsplan en voor zover de volgende voorwaarden worden nageleefd :

    de kantoren worden bestemd voor de behoeften van een daar gevestigde onderneming ;

    de verbouwings-, uitbreidings- of wederopbouwwerken zijn naar behoren met economische en sociale redenen omkleed;

    de handelingen en werken worden aan de speciale regelen van openbaarmaking onderworpen.


    5.5. Die gebieden kunnen ook worden bestemd voor de bijkomende huisvesting die behoort bij de hoofdfuncties van het gebied, meer bepaald voor de huisvesting van het veiligheidspersoneel.

    5.6. Algemene voorwaarden voor al de bestemmingen bedoeld in de voorschriften 5.1 tot 5.5 :

    de aard van de activiteiten moet verenigbaar zijn met de andere activiteiten of bestemmingen van het huizenblok waarop het project betrekking heeft en van de omliggende huizenblokken ;

    de stedenbouwkundige kenmerken van de bouwwerken en de landschappelijke inrichting van hun omgeving maken hun inpassing mogelijk in het stedelijk milieu.


    5.7. Het aanleggen van industriële spoorverbindingen is toegelaten. Die verbindingen mogen de wegen gelijkvloers oversteken indien de plaatselijke omstandigheden daartoe verplichten.


    6. Gebieden voor havenactiviteiten en vervoer

    6.1. Die gebieden zijn bestemd voor :

    haven- en logistieke activiteiten, meer bepaald overslag, distributie, verpakking, groothandel, vervoer en
opslag ;

    nijverheids- of ambachtsactiviteiten die de productie of de bewerking van roerende goederen ter plaatse ten doel hebben ;

    activiteiten die de verbetering van het milieu beogen, zoals waterzuivering, systemen voor het verwijderen, verwerken, recycleren en ophalen van afval.

    6.2. Die gebieden kunnen ook worden bestemd voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten, alsmede voor de handelszaken die de gebruikelijke aanvulling vormen op de in punt 6.1 bedoelde activiteiten, meer bepaald de bankagentschappen, servicestations, cafés, restaurants, waarvan de vloeroppervlakte van al die functies samen per gebouw niet meer dan 300 m² bedraagt.

    De vloeroppervlakte voor de hierboven bedoelde handelszaken mag worden verhoogd, onder de volgende voorwaarden :

    de verhoging wordt naar behoren met sociale en economische redenen omkleed;

    de plaatselijke omstandigheden maken die verhoging mogelijk zonder afbreuk te doen aan de hoofdfuncties van het gebied;

    de handelingen en werken worden aan de speciale regelen van openbaarmaking onderworpen.

    De vloeroppervlakte voor handelszaken die de gebruikelijke aanvulling vormen op de in punt 6.1 bedoelde activiteiten is evenwel beperkt tot 1.000 m² per gebouw.


    6.3. Die gebieden kunnen ook worden bestemd voor de bijkomende huisvesting die behoort bij de hoofdfuncties van het gebied, meer bepaald voor de huisvesting van het veiligheidspersoneel.


    6.4. De terreinen aan de kade zijn bij voorrang bestemd voor activiteiten die verband houden met de waterweg.

    6.5. Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 6.1 tot 6.4 :

    de aard van de activiteiten moet verenigbaar zijn met de andere activiteiten of bestemmingen van het huizenblok waarop het project betrekking heeft en van de omliggende huizenblokken ;

    de stedenbouwkundige kenmerken van de bouwwerken en de landschappelijke inrichting van hun omgeving maken hun inpassing mogelijk in het stedelijk milieu.

    6.6 Het aanleggen van industriële spoorverbindingen is toegelaten. Die verbindingen mogen de wegen gelijkvloers oversteken indien de plaatselijke omstandigheden daartoe verplichten.